Wanneer het aankomt op normen, waarden, taalgebruik en... nou ja, eigenlijk alles, ben ik vreselijk conservatief en ouderwets. Ik wil niet gelijk gaan roepen dat "vroegâh" alles beter was, maar het kost wel moeite. Gouden woorden zoals "alsjeblieft", "dank je wel" en "sorry" blijven bij mij met stip de top drie vormen.
Vanochtend ging ik samen met mijn man naar het zwembad, in een naburig plaatsje, ongeveer tien minuten rijden. Hij was er al eerder geweest en was zo enthousiast dat hij gelijk een abonnement had aangeschaft. Het werd warm vandaag en we hadden zowaar wat vrije tijd dus had ik geen excuus om niet mee te gaan. Niet dat het een straf is om met warm weer te gaan zwemmen, maar de trouwe lezer die mij kent weet het inmiddels wel: Karina is geen fan van nieuwigheden. Nieuwe mensen, nieuwe omgevingen, alles bezorgt mij stress en eerlijk: ik heb geen idee waarom. Het leven heeft uitgewezen dat ik me prima red in elke situatie, maar toch: ik ben een onverbeterlijke kat-uit-de-boom kijker, een eeuwige twijfelaar en wars van enige vorm van verrassing of onzekerheid. Heb ik eenmaal de stap gezet, dan snap ik zelf na 1 minuut al niet meer waar ik me zo druk om maakte. HSP'er zijn is vaak geen lolletje.
Maar goed. Ik pakte mijn tas in. Na jarenlang getraind te hebben bij een zwemclub gaat dat, grappig genoeg, nog altijd op de automatische piloot. Badpak aan, ondergoed in de tas, slippers, badlaken, kleine afdroog handdoek, spul voor mijn haar, borstel en eventueel shampoo. Flesje drinken mee en we konden op weg. De omgeving kende ik al, het is namelijk naast een geweldig Kabouterbos. Superleuk! We liepen langs de kassa (je snapt dat ik een gewoon dagkaartje nam, éérst zien hoe dit gaat voelen) en het terrein op.
Er zijn van die dingen in het leven die in één klap geweldig voelen en dit was er zo eentje. Ik stond met open mond rond te kijken en ik was weer vier jaar oud. Het was 1975 en ik speelde in het pierenbadje van Wolfslaar. Ik zag het uitgestrekte 50 meter bad en ik was in 1986, 15 jaar oud. Niet omdat het zo op Wolfslaar, het zwembad uit mijn jeugd, leek zoals het ooit was. Nee, het VOELT zoals het ooit was. Het is er brandschoon. Geen troep, geen uitpuilende vuilnisbakken. Geen blèrende muziek. Geen wietgeur. Geen groepen opgeschoten gozers met blikjes bier die meisjes belagen. De groepen die ik bij elkaar zag zitten deelden Sultana's en pakjes drinken. Niet één van hen had een smartphone. Ze maakten bommetjes, salto's op het grote springkussen en vanaf de springplank en hadden ouderwets lol.
Dat alles onder het toeziend oog van een oudere heer die vanuit een, eveneens ouderwets, hoog, badmeesterhokje alles overziet. Een klein meisje kwam bij hem vragen of ze, alsjeblieft, de bal mocht hebben om te spelen. Hij toverde uit zijn hokje een gloednieuwe voetbal tevoorschijn en gaf die galant aan haar, met de serieuze mededeling dat ze hem niet aan iemand anders moest doorgeven, maar dat zij verantwoordelijk was voor het terugbrengen. Er werd driftig geknikt. "Ja meneer, dank u wel!" Even later kwam ze terug, met één van de grotere jongens. "Meneer, zij willen hem graag hebben om te voetballen, is dat goed?" Natuurlijk was het goed. Maar de nieuwe verantwoordelijke voor de bal kreeg de "netjes terugbrengen" boodschap en verantwoordelijkheid uiteraard wel even meegedeeld.
De omkleedhokjes waren schoon en netjes, dat gold ook voor de toiletten en de douches. De catering was niet open, maar om me heen kijkend snapte ik gelijk waarom. Zakjes met verse, meegebrachte croissants van de Jumbo (4 voor 1 euro), pakjes drinken, Tupperware bakjes met komkommer, pakjes koeken, thermoskannen koffie, het meeste wordt zelf meegebracht. En zelf netjes opgeruimd. Er zijn een paar parasols en enkele stoelen en die worden je, wanneer je tot de ouderen behoort, vanzelf aangeboden door de jeugd, die het zich in het gras gemakkelijk maakt op badlakens.
Ja, ja, ook ik behoor inmiddels tot die groep, ik kan niet anders concluderen toen manlief en ik allebei een stoel hadden. We dronken, na het zwemmen, en wat was het water heerlijk, even wat (zelf meegebracht hè) en manlief grinnikte toen hij me, met een blijer gezicht dan ik weken gehad heb, om me heen zag kijken. Ik zei: "ik weet ineens weer feilloos waarom we hier zijn komen wonen". Hij gaf me een kus op mijn bol. "Dus je gaat vaker mee?"
Ja, heel graag. Alsjeblieft. Dank je wel. Sorry dat ik niet eerder mee gegaan ben. (Zou ik onze oude koelbox nog ergens kunnen vinden?)
Commenti